Op de winkel passen is: zorgen dat alle 35 elftallen een leider, een trainer, een aanvoerder, wekelijks een schoon tenue, vervoer, een trainingsveld, schone kleedkamers, ballen, netten, doelen, doeltjes, gemaaide velden, hoekvlaggen, grensrechters, grensrechtervlaggen, scheidsrechters en een clubhuis met drank, drinken, eten en voldoende personeel hebben.
Op de winkel passen is zorgen dat elk jaar 150 sponsoren worden verlengd, contributies en andere gelden worden geïnd en alle rekeningen worden betaald.
Op de winkel passen is zorgen dat alle 600 leden bij de KNVB ingeschreven staan en dat alle mutaties (honderden) in de ledenlijsten komen.
Op de winkel passen is zorgen dat gasten ontvangen worden, ook bij oefenwedstrijden, en er goede contacten met andere sportverenigingen zijn. Zeker als ze op De Zoom zitten en met sneeuwballen gekogeld worden.
Op de winkel passen is alle vernielingen (laten) herstellen, de boosdoeners vangen en de benadeelden tevreden stellen.
Op de winkel passen is zorgen dat elke week weer alle ruimtes schoon gemaakt worden en in goede staat gehouden worden.
Op de winkel passen is alle correspondentie, weekbrieven, clubbladen, websites: maken en bijhouden.
Op de winkel passen is de onderlinge contacten tussen de leden bevorderen bijvoorbeeld door feesten en andere nevenactiviteiten. Dus kampioenschappen en andere feesten vieren.
Op de winkel passen is het organiseren van toernooien, strafschoppencompetities, mannen van de wedstrijd, pupillen van de week, de junioren van het jaar en verlotingen en het bij elkaar scharrelen van prijzen.
Kortom
Op de winkel passen is Nog veel meer En ieder jaar weer
Wat is er eigenlijk mis met ‘alleen maar op de winkel passen’?
BLEDDER